along the landscape and flowing currents - 2018 - Kate Moore
‘Hij sneed rietstengels op maat en maakte die vast,
de uiteinden over de rug en door het schild van de schildpad,
en spande er toen vaardig ossenhuid overheen.
Hij maakte er ook twee hoorns aan vast
en monteerde daar een dwarsstuk op,
en spande zeven snaren van schapendarmen.
Nadat hij dit gedaan had stemde hij iedere snaar met een sleutel, terwijl hij het mooie ding vasthield.
Door de aanraking van zijn hand klonk het prachtig.’
Homerische hymne aan Hermes
(vert. Maarten Hendriksz)
Het is begin juli als Kate Moore (1979) me een rondleiding geeft door haar studio in Amsterdam-Oost. Dromerig dartelt de tengere componist door de schaars ingerichte ruimte, terwijl ze schetsen van composities opdiept uit een bureaulade, foto’s laat zien van een trip door de Australische wildernis, en de bloempotten toont waarin ze bij wijze van duurzaamheids- experiment haar eigen groenten kweekt: zoete aardappel, tomaat en wortel. ‘Het doet je beseffen hoeveel tijd en energie het kost om één persoon te voeden’, vertelt ze, ‘laat staan de miljarden mensen die op dit moment de aarde bevolken.’
Even later staan we bij een tafel die vol ligt met keramische schaaltjes, schellen, pijpjes en een fluit. Het is het instrumentarium dat Moore zelf maakte voor haar Porcelain Project (2015-2017), een opdrachtwerk van Slagwerk Den Haag. Nee, die kleine porseleinen lier, bespannen met gitaarsnaren hoort er eigenlijk niet bij. Die maakte ze puur uit nieuwsgierig- heid: ‘Het is toch een soort oerinstrument dat in verschillende culturen symbool staat voor het ontstaan van de muziek. Ik wil dan weten hoe zoiets werkt.’
Of ik trouwens het verhaal van Plutarchus ken, over de moord van de Egyptische god Seth op zijn broer Osiris. Voor straf werd zijn lichaam opgerekt tot liersnaren. Of anders misschien de Homerische ode aan Hermes, waarin de gevoetvleugelde boodschapper voor Apollo een lier maakt uit een schildpadhuis?