Alles voorbij 2010 - door Anthony Fiumara
Het is eigenlijk geen doen, twee componisten met zo’n sterk eigen pro- fiel (idiosyncratisch, moet je dan geloof ik zeggen) in één boekje prop- pen. Maar dat is allemaal de schuld van November Music, het festival waarvoor Peter Adriaansz en Piet-Jan van Rossum dit jaar als centrale componisten werden verkozen. Twee in plaats van de gebruikelijke één, als in een museale duotentoonstelling de ruimte delend. Pak- kende titel erboven, goed marketingverhaal erbij en het lijkt alsof het allemaal zo bedoeld was. ‘Boy, if only life were like this!’ (Annie Hall, Woody Allen)
Als je naar de biografieën van Adriaansz en Van Rossum kijkt, zie je vanaf de conservatoriumtijd ogenschijnlijk veel gemeenschappelijks. Ze studeerden allebei in Den Haag, verwisselden dat conservatorium tegelijkertijd voor het Rotterdamse, zijn sinds die tijd behalve gewaar- deerde collega’s ook vrienden, schrijven allebei werk waarin elektro- nica en akoestica samensmelten, zijn allebei niet makkelijk in een genre onder te brengen (je zou ‘Haags’ kunnen proberen, maar liever niet), maken allebei partituren die je uit duizenden herkent en heb- ben beiden toegewijde musici nodig om die breekbare noten (weer een overeenkomst) overtuigend te laten klinken. Favoriete uitvoerder: het Ives Ensemble.
Tot zover de gemeenplaatsen. Iedereen die Adriaansz en Van Rossum kent, weet dat ze van een andere planeet komen. De eerste is een com- ponist die zichzelf liever ziet als wetenschapper, die de natuur in zijn modus operandi imiteert en uitlicht, met experimentele klanken als uit- komst. De tweede spint verhalen als cocons en legt vervolgens het ver- grootglas op de oneffenheden in de levens van zijn protagonisten. Vergeet maar wat ik hierboven schreef over die gemeenplaatsen.
Het lag voor de hand om de twee componisten te laten spreken over zichzelf, maar ook met elkaar. Dat deden we in een lange conversatie, vlak na de verkiezingen, in een kantoor in Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam. In de neerslag van dat gesprek valt te lezen hoe Adriaansz en Van Rossum elkaar als kometen van andere kanten van het melk- wegstelsel hebben gekruist en hoe ze vervolgens weer ieder huns weegs gingen. Met wederzijds respect, dat wel.